De verborgen depressie van mannen: de midlifecrisis

‘Mijn man verbrak plotseling de verbinding tussen ons’

Toen de man van Stefanie Vermeulen (41) hun gezin onverwacht verliet, dook ze in het fenomeen midlifecrisis. Psychologen noemen het wel de verborgen depressie van mannen. ‘Ze denken dat hun problemen verdwijnen als ze een nieuw leven beginnen.

Het kwam uit het niets. Destijds, nu bijna drie jaar geleden, wist ik nog niet dat het altijd uit het niets komt. In elk geval ging dat zo bij mij, bij een collega, de vriendin van mijn zus, een kennis in Antwerpen en de tientallen vrouwen wereldwijd die ik het afgelopen jaar online leerde kennen.

Het ging zo. We kwamen terug van vakantie uit Frankrijk. Zo een met drie kinderen op de achterbank, waarin je het ene moment zwetend de billen van je zoon staat af te vegen in de berm van de Route du Soleil en het volgende moment huppelt van geluk over een campingveld vol munt en vlinders.

Je huppelt, omdat je ondanks, of misschien wel juist door die tienduizend jongegezinscrisissen die je met je partner hebt doorstaan, vanuit je tenen geniet van die eenheid van het gezin, en dat je elkaar na al die jaren nog steeds leuk vindt.

Ruimte nodig
Denk je. Ja, met dat leuk vinden van jouw kant zit het wel goed, maar wat je dan nog niet weet, en grote kans hij ook niet, is dat er aan zijn kant iets heel anders blijkt te sudderen. En dat het kookpunt bijna is bereikt. Op een zomernacht in augustus, twee weken na onze vakantie, gebeurde het. Mijn man verbrak plotseling de verbinding tussen ons. Hij checkte uit en zei: “Ik heb ruimte nodig, ik weet dat ik van je hou, maar ik kan er niet bij.”

De fantasie om te vluchten is een heel actieve uiting van de depressie

De vrouwen die ik daarna leerde kennen, vertelden dat hun mannen precies zulke dingen zeiden. ‘Ik houd nog van je, maar ik heb ruimte nodig.’ Of: ‘Ik ben niet meer verliefd.’ De mannen pakten hun koffers en gingen. Plotseling. Er was geen aanloop, er was geen relatiecrisis, er waren geen waarschuwingen of serieuze ga-even-zittengesprekken geweest. Zonder te overleggen vertrokken ze en lieten hun vrouwen en kinderen achter.

Volgens John Folk-Williams is het verlangen om de partner van wie je houdt te verlaten een ondergeschoven en onbesproken symptoom van een depressie waar vooral mannen mee kampen. Bij een depressie gaat het om passiviteit, het gebrek aan eigenwaarde, het onvermogen om te focussen, om iets te ondernemen, legt de schrijver van het boek Surviving Depression Together uit. Maar de fantasie om te vluchten, deze ontoombare drang om te vertrekken, is juist een heel actieve uiting van de depressie, zo stelt hij.

Jong chickie
Mijn man vertrok een maand na die rigoureuze zomernacht naar een flat aan de rand van de stad. Hij had ruimte nodig en ik wilde hem die geven. Folk-Williams kende ik toen nog niet, evenmin als de vele andere ervaringsdeskundigen, psychologen en therapeuten die ik de jaren erna bestudeerde of sprak.

Vrienden en familie die net zo geschrokken zijn als ik laten in de weken en maanden erna vallen dat het vast een midlife is en hij zo weer terug is. Er schieten beelden door mijn hoofd van mannen die zich kleden als een puber, met een snelle auto en een jong chickie. Maar mijn man heeft geen snelle auto, kleedt zich zoals hij altijd al deed en het jonge chickie ontkent hij bij hoog en laag.

BMB depressie man 2 raam

Wel zie ik veranderingen in zijn houding en gedrag. Ik ken hem als een stabiele rots, een lieve, betrokken, romantische vent en vader, die op kerstavond een ticket naar New York onder de kerstboom legt en op zondagochtend onder de eettafel zit te picknicken met onze drie kinderen. Maar deze man, die nu in de weekenden thuiskomt en zich uren opsluit op zolder, ja, hij lijkt uiterlijk op hem, maar de persoon die daar in dat lijf moet zitten, die is weg. Foetsie.

Stress
In de weken en maanden na zijn vertrek raakt hij afwezig en onbereikbaar, oppervlakkig en afstandelijk. Soms staat hij hoofdschuddend in de keuken en zegt hij dat hij zo ontzettend in de war is, op andere momenten doet hij alsof er niks aan de hand is. Hij vraagt nooit hoe het met mij gaat. In bed ligt hij zo ver van mij vandaan dat hij zich vast moet houden om er niet vanaf te kukelen.

En als ik verdrietig ben, of boos word, rent hij de deur uit en roept dat mijn boosheid de reden is dat hij vertrok. Om vervolgens vanuit zijn appartement te appen dat hij van me houdt, dat ik zijn meisje ben en blijf. De verantwoordelijkheid van het gezin, het presteren op zijn werk en de studie erbij, het is hem allemaal te veel geworden. Echt, als ik hem even wat ruimte geef, is hij zo weer terug.

Het is alles bij elkaar een hele verwarrende toestand. Ik probeer me zo goed mogelijk staande te houden. En ondertussen ga ik op zoek, want ik wil weten wat er in hemelsnaam aan de hand is.

‘Als ze twee jaar verder zijn, haalt de stress waarvoor ze waren gevlucht hen weer in’

Jed Diamond, psychotherapeut en schrijver van de internationale beststeller De mannelijke menopauze, deed de afgelopen twintig jaar onderzoek naar de midlifetransformatie en ontdekte dat die vaak gepaard gaat met ­irritatie en woede. “De een wil een deur inslaan, een ander trekt zich terug,” zegt hij. “Ze denken dat hun problemen verdwijnen als ze een nieuw leven beginnen. Maar als ze twee jaar verder zijn, haalt de stress waarvoor ze waren gevlucht hen weer in.”

Ondoordacht gedrag
Terugkijkend realiseer ik me dat mijn man, die van zichzelf al vrij gesloten is, zich de laatste tijd inderdaad steeds meer terugtrok en dat ik al een tijdje op mijn tenen liep om de sfeer gezellig te houden en zijn ergernissen te voorkomen. Ik blijk geen spoken te zien, want als hij me tegen het einde van het jaar vertelt dat hij toch niet terugkomt, zegt hij dat dat beter is zo, omdat hij zich al tijden aan mij ergert. Hij voelt zich er schuldig over en vindt het beter voor mij als hij wegblijft.

Het verbaast Diamond niet dat mannen ontkennen dat er meer aan de hand is. Voor zijn boek The Irritable Man Syndrome hield hij een enquête onder zestigduizend mensen. “Deze mannen voelen zich ongelukkig en weten niet wat ze moeten doen. Er is nauwelijks literatuur over en in tijdschriften vind je er zelden verhalen over. Ze willen hun gezin helemaal niet verlaten of verscheuren; ze willen zich weer goed en blij voelen. Ze weten alleen niet hoe, anders dan door weg te gaan,” aldus Diamond.

Voor VPRO-programmamaker Bram van Splunteren (64) ging dat precies zo. “Ik voelde me opgesloten. Ik wist gewoon niet hoe het anders moest. Terwijl, ik hou van mijn gezin, mijn kinderen.” Van Splunteren werd in de aanloop naar zijn vertrek al een tijdje geplaagd door onrust en verliefdheden.

“Dat gevoel dat ik had, dat er, terwijl je in een relatie zit waar je een zekere gewenning ervaart, een vrouw is die jou helemaal fantastisch vindt, dat je achter haar aan gaat, versiert, jaagt, dat is gewoon zo sterk, daar valt helemaal niet redelijk over te praten. Het is zo’n sterk gevoel. Het is totaal ondoordacht, intuïtief gedrag.”

Kooi
Ook mijn collega Jan Remie (52) vertrok. “Ik liep al ruim twintig jaar netjes in de pas, had mijn huisje, boompje, beestje. Maar ik was mezelf niet,” blikt hij nu vijf jaar later terug. “Ik zat gevangen in mijn eigen kooi, probeerde mijn onvrede wel te bespreken met mijn vrouw, maar ze hoorde me niet.” Remie vertrok met twee vuilniszakken en begon een nieuw leven, compleet met alle clichés: tatoeages, een motor en na zes weken een nieuwe, jonge vriendin.

In onze maatschappij is het niet mannelijk om te zeggen dat het niet goed met je gaat

“Ik ging los. Noem het een midlife, maar voor mij voelde het als een bevrijding,” zegt hij. Spijt heeft hij niet, maar erg voor zijn ex-vrouw vindt hij het wel. “Ik had die kooi zelf gebouwd. Ik heb een slechte jeugd gehad en vluchtte met haar een huwelijk in. Ik heb haar geen pijn willen doen, en heb het idee dat ik haar toch ergens in heb gesleurd.”

Bij veel mannen gaat dat zo, schrijft Terrence Real in zijn boek Ik Wil Er Niet Over Praten. Mannen schuiven hun verleden en de pijn die ze hebben geleden onder de tafel. Dat moet ook wel, schrijft de gezinstherapeut, want in onze maatschappij is het niet mannelijk om te zeggen dat het niet goed met je gaat.

Verborgen depressie
Een man moet op zichzelf kunnen terugvallen, een rots zijn. Dus wanneer zijn on­zekerheden, zijn lage zelfbeeld of zijn pijn en verdriet uit zijn jeugd zich opdringen, op een punt in zijn leven wanneer zijn testosteron flinke schommelingen maakt, zijn hypotheek, zijn werk, zijn vrouw en familie veel­eisend zijn, en zijn kinderen aan zijn been hangen of zich juist net van hem hebben losgemaakt, rent een man niet naar zijn partner, een therapeut of goede vriend om raad en advies, maar rent hij weg. Om vervolgens met een nieuwe look, vriendin, hobby’s, baan, en auto een nieuw leven te starten.

Real noemt het de verborgen depressie van mannen. De nieuwe vriendin, de excessieve uitgaven, feesten en hobby’s zijn geen oplossing voor het probleem, maar juist symptomen. Ze geven een high als een drug. Die highs zijn nodig als verdedigingsmechanisme tegen de scheuren in het zelfbeeld en de onderliggende depressie, zegt Real.

Toeval of niet, mijn man sprak ook over een high. De dag dat hij besloot te vertrekken ervoer hij alsof hij xtc had geslikt, zei hij later. En de verliefdheid voor het jonge meisje dat hij na een jaar opbiechtte, was geen echte verliefdheid, maar eerder een verdwaasdheid, zo ­beschreef hij.

Hulplijn
In Nederland vind ik niks terug over deze verborgen depressie. Volgens de DSM, het handboek voor psychische stoornissen, bestaat het niet. Het Centraal Bureau voor de Statistiek zegt dat in 2014 acht procent van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder naar eigen zeggen een depressie had. Het Trimbos Instituut, dat niet alleen kijkt naar hoe mensen zich voelen, maar ook naar depressieklachten die in de psychiatrie gelden, komt lager uit, op vijf procent.

Geen van beide reppen over de verborgen depressie van Real. “Het hoeft ook geen depressie te zijn,” zegt Stefan Bogaerts, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Bogaerts doet onderzoek naar verborgen narcisme, dat samenhangt met depressie. “Een verborgen depressie is mogelijk,” zegt hij, “maar het kan ook een identiteitsprobleem zijn. Misschien willen deze mannen een nieuwe identiteit omdat ze niet tevreden zijn met hun leven.”

De GGZ noemt een onderzoek van de universiteit van Californië waaruit blijkt dat we vaak oogkleppen op hebben als het aankomt op een depressie bij mannen. Ze pleiten ervoor om agressie, verhoogd risicogedrag en alcohol- en drankmisbruik op te nemen in de lijst van signalen.

“Ik heb geprobeerd te blijven geloven in ons, maar alle bedrog, leugens en manipulaties zijn mij te veel geworden”

Mijn man wil er in elk geval niks van weten. Een midlife, ja, dat wil hij wel toegeven. Maar een depressie? No way. Hij beaamt dat hij zich leeg en verdoofd heeft gevoeld, op geen enkel gevoel kan vertrouwen en zegt dat hij mij nu weer niet, dan weer wel kwijt wil. Maar hij voelt zich niet depressief.

Spiegel
We zijn inmiddels twee jaar verder en uit elkaar. Ik heb geprobeerd te blijven geloven in ons, maar alle bedrog, leugens en manipulaties zijn mij te veel geworden. Ik schakel hulp in, vind een fijne psycholoog en sluit me aan op een Amerikaans forum waar ik steun vind bij tientallen vrouwen die in dezelfde situatie zitten als ik. Terwijl we er leren wat midlife is en ons blijven verbazen over de gelijkenissen, helpen we elkaar stappen te zetten in ons nieuwe leven.

We geven elkaar advies wanneer onze mannen ons smeken om terug te komen, wanneer ze na maanden van huis te zijn geweest ineens op de stoep staan omdat ze willen mee-eten, of de schuur willen opruimen, wanneer ze de spaarrekening leegtrekken, of zeggen dat ze van twee vrouwen houden en voorstellen om met zijn allen verder te gaan.

We houden elkaar een spiegel voor en leren ons eigen aandeel te zien. Online kunnen we ons dagelijkse verhaal kwijt, want onze omgeving, zo merken we allemaal, vindt het na al die tijd lastig. Mensen blijven tegenwoordig niet meer voor eeuwig bij elkaar, ga nou maar scheiden dan kun je verder, met een nieuwe man, horen we.

Rechtssocioloog Bregje Dijksterhuis begrijpt die reactie wel. “We vinden het normaal dat mannen, en ook steeds meer vrouwen, het gezin verlaten.” Op zich niet vreemd, vindt ze, met een overheid die sinds de jaren zeventig is gericht op duurzame ontwrichting, waardoor de hele professionele scheidingssector ons nu vooral zo snel mogelijk door een scheiding helpt.

Maar aan de oorzaken van de scheiding en ook de impact ervan besteden we nauwelijks aandacht, merkt Dijksterhuis, die promoveerde op rechterlijke alimentatienormen. “Mensen weten van tevoren niet waar ze aan beginnen. Veel moeders raken in de bijstand, veel vaders komen er qua zorg voor de kinderen bekaaid van af en veel mensen hebben achteraf spijt.”

Te laat
Dijksterhuis vindt de hoge scheidingscijfers een maatschappelijk probleem en pleit voor een nieuwe lijn van de overheid, eentje die is gericht op preventie. Met een hulplijn bijvoorbeeld en voorlichting van ervaringsdeskundigen, met informatie over gelukkige huwelijken of relatietherapie. “De meeste mensen die scheiden zijn tussen de veertig en 45 hebben jonge kinderen. We zouden kunnen kijken of het leven dat ze leiden een probleem is.”

Voor Bram van Splunteren komt dat in elk geval te laat. Zijn midlife was al met al een verwarrende, onrustige tijd. “Ik kon niet alleen zijn. Ik wilde mijn nieuwe vriendin niet loslaten, maar aan de andere kant was ik nog helemaal niet uitgespeeld. Vreselijk was het,” zegt hij. “We hebben acht jaar een moeilijke relatie gehad en toch een prachtig kind gekregen. Maar de spanning was zo hoog met de stress van het kind erbij, dat we uit elkaar zijn gegaan.”

Inmiddels gaat het beter met hem. “Ik ben niet negatief, of pessimistisch of ongelukkig, maar ik kan daar wel naar neigen. De laatste jaren gaat het beter. Dat heeft misschien ook met de leeftijd te maken. Dat ik door de moeilijke jaren heen ben.”

STEFANIE VERMEULEN 7 AUGUSTUS 2016 in het Parool