Trauma ontstaat in de aanwezigheid (of afwezigheid) van anderen. Het is daarmee een sociale wond. Die kan helen in aanwezigheid van anderen. Trauma is als een bypass die mij veilig moet houden. Die bypass veroorzaakt ook allerlei ziektes. westerse geneeskunde zoekt de oplossing bij het individu en vooral met medicijnen en operaties. Andere culturen zoeken de oplossing meer in het sociale, in het collectief van de directe gemeenschap.
Trauma neemt je zelfzeggenschap weg, neemt je agency weg, handelingsbekwaamheid, haalt je uit verbinding, neemt hoop weg, verminderd je kans op zelf en co-regualtie. Het maakt je in eerste instantie tot een slachtoffer zonder handelingsbevoegdheid. Trauma veroorzaakt schaamte en exclusie. En omdat het een sociale wond is die verbinding nodig heeft raak ik in een soort eeuwige cirkel.
De schaamte in mij bestaat met de gratie van het niet-delen, niet verbinden, want ik ben niet goed, er is iets mis met mij, ik ben vies, onwaardig, uitstootbaar. Dit geheim van mijn schaamte hindert mijn herstel. Mijn probleem is tegelijk de oplossing. Een typische catch-22
Trauma is de ultieme alleen-ervaring.
De bevrijding ligt in het herkrijgen van zeggenschap over mijn leven, als volwassene.
Reflectie is een eerste stap in mijn herstel. Reflectie op wat er gebeurd is, teruggaan naar het ontstaan van de schaamte en de conditionering. Maar omdat ik verworden ben tot mijn beschermende aanpassingen (lees ego) is dit mijn wereld beeld, ik ben onwaardig en dus is dit wat het is. De reflectie met een ander is de sleutel die de poort naar ruimte opent. Een ander met presence en capacity. Een ander die in staat is mijn verdriet en de onderliggende pijn te omarmen met volle aanwezigheid en zonder agenda of protocol. Om mij, inclusief alles, vast kan houden en ruimte te geven.