ik ben bewust en dus is er een scheiding tussen lichaam en geest ontstaan, tussen body en mind. Mijn denken is een eigen leven gaan leiden in een conceptuele wereld. een gedissocieerde wereld. Maar onder het los daarvan ben ik nog steeds een dier, met een dierenlichaam. Met alles er op en eraan. een lichaam dat mijn zenuwstelsel veilig moet houden.In elke staat van veiligheid ben ik een andere.
Mijn bewustzijn en mijn handelen dat daarbij hoort en uit voort vloeit, staat gedienstig ter beschikking aan mijn veiligheid. Mijn bewustzijnsstaat is ondergeschikt aan mijn omgeving. Slechts een enkeling is in staat zonder bevroren of geconditioneerde staat stabiel te blijven in gedrag, gemoedstoestand, emotionele ervaring en bewustZijn.