Ik leef in een wereld van patronen. Patronen die mijn hersenen hebben gemaakt en via welke ik de wereld interpreteer. Patronen zijn herkenbaar en snel toegankelijk. Dat scheelt tijd als ik veiligheid wil inschatten plus mijn reacties zijn met vaste patronen voorspelbaar en snel inzetbaar.

Wat ik zie zijn mijn eigen verwachtingen vanuit die patronen van perceptie. De werkelijkheid is chaotisch. Doordat mijn hersenen hier en daar wat bij schaven aan die werkelijkheid sluit het aan bij bepaalde reeds bestaande patronen en kan ik een inschatting maken van die werkelijkheid. En mijn hersenen passen niet alleen aan bij bestaande perceptie-patronen maar sluiten ook nog eens aan bij mijn projecties, mijn inschattingen voor een zo veilige mogelijke toekomst, mijn verwachtingen.

Als kind tekende ik. Wie niet. Alleen leek het in het begin nergens op, maar ik had wel veel plezier. Totdat de wereld om mij heen iets ging vinden van die tekeningen. Uiteindelijk ben ik terechtgekomen in de symboliek van de emoticons. Representaties van wat ik zie of wil tekenen. Abstracties van de buitenwereld. Denk-tekenen.

Het conceptualiseren van wat ik teken is sneller misschien maar dwingt mij niet aandachtig te kijken. Om dat wat mijn ogen zien via kijken in mij te laten resoneren. Mij te laten raken. In plaats van door mijn hersenen in een shortcuts tot concept te laten veranderen. Een perceptie gebaseerd op eerdere ervaringen en tot patroon gemaakt schijnwerkelijkheid. Het creeert een binnenwereld van concepten, een look alike werkelijkheid waarin mijn hersenen de poppenspeler is en aanpast om alles kloppend te maken. Als ik dat in axtreme mate doe vertoon ik narscistisch gedrag. Dan is er alleen nog maar een binnenwereld met avatars. Mijn enige taak is dan de buitenwereld zo te manipuleren dat het passend is met mijn ‘schijnveilige’ binnenwereld.

Hier hoort ook het (vaak te) snelle oordeel over iets of iemand bij. In plaats dat ik mijn tijd neem om mijn zintuigen de tijd te geven te ervaren.

Oefening

  • Vel papier en pen. Twee mensen.
  • Het gaat om het kijken.
  • Twee regels: (1) pen niet van papier halen en (2) niet naar het papier kijken.
  • Zet pen in midden van vel papier
  • Teken de ander terwijl je de ander in de ogen kijkt.

Ik teken zo vanuit een lege mind, gedachtenloos. Vanuit contact, presence, tijd nemend.

Ik had lang de zintuiglijke waarneming verloren. Ik keek met mijn hersenen. met een op veiligheid gericht onderscheidend vermogen. Waardoor afstand en dualiteit ontstonden. zwart-wit denken, binair oordelen.

Als ik kijk zonder de filter van perceptie, zonder mijn op veiligheid gerichte denken, dan pas kan ik de ander zien los van mijn ervaringen en interpretaties, vaste patronen, waarmee ik de ander in een hokje stop. Wanneer ik met mijn hart kijk dan zie ik liefde. In mijzelf en in de ander.