Alles veranderd. niets blijft hetzelfde, alles is inbeweging. geen beweging is dood. Als ik belang hecht aan de kwaliteit van iets of iemand dan hecht ik aan iets tijdelijks, iets dat vergankelijk is, zal verdwijnen. Dan heb ik steeds te maken met afscheid en een soort rouw. Dan moet ik in mijn mind onthechten. Synaptische verbindingen in mijn hersenen ontkoppelen. En de hechting is in de basis mijn behoefte te verbinden, verbonden te zijn. Om mijn systeem te reguleren. Onverbonden is disregulatie.
Mijn waarneming is permanent. Wàt ik waarneem veranderd steeds. Mijn gedachten zijn ook vluchtig, ongrijpbaar, zonder permanentie. Net zoals mijn ideeen, mijn conclusies en analyses. Elk moment neem ik nieuwe dingen waar waardoor denkresultaten uit het verleden geen houdbaarheid hebben in de toekomst. Nuances zijn miniem. Als ik bang genoeg ben dan zal behoudenheid sterker zijn. want verandering vraagt mij iets los te laten, een soort anker op te heln, en dan even ongeankerd te zijn tijdens de trnsformatie. niet per se stuurloos in in de boot metafoor te blijven maar wel even de buiten de veilige bekende haven. als ik innerlijk verbonden ben dan heb ik daar minder last van. als ik extern vebondne ben dan is dit veel spannender. en hoe bangenr of hoe minder transformatie ervaring ik heb, hoe meer behoudend ik zal zijn. Dan zal mijn bodymind vechten als een leeuw tot de spanningboog tussen de nieuwe realiteit en mijn innerlijke vastgezette idee (idealisati) over die realiteit te groot wordt en de boog knapt. Crisis. Storm. Ongeankerd. Stuurloos.