Elk nieuw contact met anderen in de kudde is het spannend voor mijn zenuwstelsel. Het staat op zulke momenten van nature in de allert-stand. Het is voor mij dan van belang zo snel mogelijk te bevestigen dat het veilig is, ik moet mijzelf met de ander reguleren. Co-regulatie. Daar hebben we rituelen voor. Sociale omgangsvormen. Bedoeld om ons wederzijds weer veilig bij elkaar te voelen.

Handenschudden is daar een voorbeeld van. We komen dichtbij elkaar en raken elkaar kort aan. Het toont vertrowuen dat er geen aanval is, het bevestigd gelijkheid.

Verbaal begroeten laat mij jouw stem horen en alle emoties die daarin opgesloten zitten. Het korte vaak formeel betekenisloze ‘hoe gaat het?’ waarop geen antwoord vereist is anders dan een positieve bevestiging.

Ook maken we gemakkelijker kontact met en ander als er een hond of kleinen kinderen in de buurt zijn om onze aandacht aan te geven. Of zelf als ik bloemen bij mij heb is er aanleiding om contact te maken. Blijkbaar voelt dat veiliger.

In elk contact zoekt mijn zenuwstelsel naar signalen die bevestigen dat het veilig is.

En als co-regulatie niet werkt omdat ik geen bevestiging krijg dan zal mijn systeem dus op een andere manier moeten reguleren. Zo kreeg ik een soort van houvast met een drankje of sigaret tijdens een zakelijke borrel. Het in een groep zijn triggerde mij en mijn verslaving hielp mij te regulreren in die sitiuatie. In de meeste gevallen zal ik dissocieren als ik niet op natuurlijke manier kan regulreren. We gaan een gesprek aan over iets neutraals, het weer bijvoorbeeld, om alsnog een poging tot regualite te doen. En werkt het en voel ik mij veiliger dan ontspan ik in het gezelschap van de ander en kan ik meer in het moment komen. Kunnen we onderwerpen bespreken die dichter bij komen, meningen, gevoelens, kwetsbaarheden. Kan ik ook vaak beter luisteren en interesse tonen in de ander.

verslavings-rituelen, conformisme aan normen en waarden, verbinden aan materiaal, vormgeving
(Erich fromm als uitgangspunt voor regulatie)